Lees eerst het
stappenplan.
Werk volgens de stappen die daar staan.
Inleiding
Het is belangrijk dat je
gebit gezond blijft. Je tanden en kiezen kunnen
beschadigd raken door tandbederf of cariës.
Er ontstaan dan gaatjes in het glazuur. Dat komt door
bacteriën in je mond. Die bacteriën leven in
tandplak. Dat is een dun kleverig laagje op je
tanden en kiezen. Na het eten blijven er voedselresten
met suikers achter in de tandplak. De suikers zijn
voedsel voor de bacteriën. Na het verteren van de
suikers houden de bacteriën een zuur als
afval over. Dat zuur scheiden ze uit. Het zuur maakt het
harde glazuur kapot: een gaatje.
Er zijn stoffen waarmee
zuren onschadelijk gemaakt kunnen worden. Deze stoffen
noemen we basen. Stoffen die niet zuur en niet basisch
zijn noemen we neutraal. Hoe zuur of hoe basisch een stof
is, wordt aangegeven met de zuurgraad (= pH).
Met speciale papiertjes
kun je van een vloeistof bepalen of het een zuur of een
base is. het papiertje krijgt in een zuur een andere
kleur dan in een base. We noemen dat papier pH-papier of
lakmoespapier.
Proef
1
Doel
Met dit proefje ga je de
werking van lakmoespapier bekijken.
Werkwijze
materiaal