[home][inhoud][inhoud bovenbouw][inhoud practicum][links]  


©scholte/marree2000



Voortplanting

practicum atheneum

PRACTICUM VOORTPLANTING

Alle onderdelen van dit practicum zijn van belang voor het centraal examen. Bestudeer bij ieder onderdeel tegelijk de theorie, teken niet klakkeloos over!

 

1.Voortplanting zaadplanten

2 uur

2.Voortplanting mens testis

2 uur

3.Voortplanting mens ovarium

2 uur

4.Ontwikkeling embryo

2 uur

De verslagen van de beschrijvende practica bestaan uit de volgende hoofdstukken:

Doel van het onderzoek
(één regel)

Materiaal en methode
(vooral kort)

Resultaten
(tekeningen + beschrijving waarnemingen)

Conclusie/discussie
Zie hiervoor de aanwijzingen bij de opdrachten.

terug naar inhoud

1.Voortplanting zaadplanten Bloemknop microscopisch

 Voor dit onderzoek zijn verschillende dwarsdoorsnedes beschikbaar, van een gehele bloemknop, maar ook van alleen het vruchtbeginsel of alleen de helmknop.

Informatie: bloem en bestuivind en bevruchting

Dwarsdoorsnede bloemknop tulp (lelie)

Bekijk een dwarsdoorsnede van een gehele bloemknop en maak daarvan een topografische overzichtstekening (alleen de omtrekken van de weefsels tekenen, niet de afzonderlijke cellen).

Dwarsdoorsnede helmknop

Er zijn preparaten waarin al rijpe stuifmeelkorrels liggen en preparaten waarin de ontwikkeling van de stuifmeelkorrel (meiose) te zien is.
Bekijk de preparaten, probeer een goed beeld te krijgen van de ontwikkeling van de stuifmeelkorrel.
Teken tenminste 3 verschillende stadia van de delende pollenkorrelmoedercellen.

Dwarsdoorsnede vruchtbeginsel

Er zijn preparaten waarin jonge zaadbeginsels zichtbaar zijn en preparaten met zaadknoppen na de bevruchting, waarin al embryo's te zien zijn.
Bekijk de preparaten.
Maak een schematische overzichtstekening van het vruchtbeginsel.
Maak een detailtekening van een zaadknop.

 Verwerk in je verslag:

  • de functies van de waargenomen onderdelen
  • de ontwikkeling van de stuifmeelkorrels (pollenkorrels)
  • de ontwikkeling van de zaadknop (en de eicel)
  • bevruchting

Bouw zaad

De bouw van zaden van hogere planten is bij al die planten ongeveer hetzelfde. De grote zaden van de bruine boon of de erwt zijn het eenvoudigst te onderzoeken.

De zaden kunnen het best een nacht in water gezet worden voordat ze worden bekeken. Ze zijn dan groter geworden doordat ze water opgenomen hebben.

Buitenkant:

Maak een nauwkeurige tekening waarop de navel en het poortje te zien zijn.

Binnenkant:

Verwijder de zaadhuid.
De twee zaadlobben zijn nu zichtbaar. Op de plaats waar de zaadlobben aan elkaar vast zitten, zit het kiempje.
Haal de zaadlobben voorzichtig van elkaar en bestudeer het kiempje (=embryo) met behulp van een loep.

Maak een nauwkeurige tekening.

Onderdelen die ie waar kunt nemen zijn: het worteltje, de eerste blaadjes (de kiemblaadjes) en het stengeltje (relatief erg klein).

Verwerk in je verslag:

  • verband zaadknop/zaad-zaadlob-zaadhuid-kiempje

terug naar inhoud

2. Voortplanting zoogdieren - testis

Doorsnede testis

Informatie: testis

Bekijk het preparaat met de zwakste vergroting.

De testisbuisjes zijn dan al zichtbaar. Doordat de buisjes sterk gekronkeld zijn, zijn ze niet allemaal precies dwars doorgesneden.

Maak een overzichtstekening. Let daarbij op :

  • - De testisbuisjes
  • - bloedvaatjes
  • - bindweefsel

Zoek een duidelijk testisbuisje, vergroot dit uit en teken details van het buisje.
Let op de delende cellen (chromosomen zichtbaar).
Kijk of je rijpe zaadcellen ziet liggen. Let op de interstitieële cellen.
De interstitieële cellen zitten tussen de testisbuisjes in.
In de cellen vindt zowel meiose als mitose plaats. Wat is hier het doel van deze delingen?

Doorsnede bijbal (niet in ieder preparaat)

De preparaten van de testis bevatten soms ook een klein stukje van de bijbal. Zoek zo'n preparaat.

Teken details van een bijbalbuisje.

Noteer de verschillen tussen de wand van een bijbalbuisje en de wand van een testisbuisje.

Wat is de functie van de bijbal?

Zaadcellen

Neem eenpreparaat van de zaadcellen van een stier.
Bestudeer de bouw van de zaadcel.

Wat zijn de functies van de onderdelen?

Verwerk in je verslag

  • functies van de onderdelen
  • de ontwikkeling van de zaadcellen (type delingen, rol hormonen)
  • de functie van de icellen van Leijdig (nterstitieële cellen) en de rol van de testis bij het ontstaan van de secundaire geslachtskenmerken

terug naar inhoud

3. Voortplanting zoogdieren - ovarium

Informatie: ovarium. en menstruatiecyclus

Bekijk het preparaat eerst bij een zwakke vergroting.
Maak een overzichtstekening.

Let daarbij op: - primaire follikels

  • rijpende follikels
  • opslag van toekomstige eicellen
  • bloedvaten

Op sommige preparaten zijn ook delen van de eileider te zien.

Bekijk en teken details van:

  • primaire follikel met een eicel en de omringende follikelcellen
    (Geef bij de eicel aan wat de kern is en wat de dooiermassa)
  • een rijpe of een bijna rijpe follikel(Hoe komt het dat deze vaak geen eicel lijken te bevatten?)

Verwerk in je verslag:

  • functies van de onderdelen
  • de ontwikkeling van de follikel en het gele lichaam en de rol van geslachtshormonen daarbij
  • de ontwikkeling van de eicel
  • de functie van de dooiermassa
  • de ovulatie
  • de rol van het ovarium bij het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken

terug naar inhoud

4. Ontwikkeling van embryo

Tot en met het blastula stadium ontwikkelen de eieren van een zeeëgel zich op dezelfde manier als de eieren van een zoogdier.

De preparaten zijn erg kwetsbaar.

Zoek in een boek afbeeldingen van de ontwikkeling van het embryo en probeer in het preparaat de volgende stadia te vinden.
  1. zygote
  2. 2-cel stadium
  3. 4-cel stadium
  4. morula
  5. blastula
  6. gastrula.

Maak van deze stadia een tekening.

Zoek het verschil op tussen een blastula van een zeeëgel en een blastocyst bij een mens.

Zie ook The visible embryo, een prachtige site met afbeeldingen en gegevens over alle stadia van de embryonale ontwikkeling van de mens.

Verwerk in je verslag:

  • zygote, 2 cel-stadium, 4 cel-stadium,
    morula, blastula, gastrula
  • verschillen in ontwikkeling eicel zeeëgel-mens

terug naar inhoud