PRACTICUM
VOORTPLANTING
Alle
onderdelen van dit practicum zijn van belang voor het
centraal examen. Bestudeer bij ieder onderdeel tegelijk
de theorie, teken niet klakkeloos over!
De
verslagen van de beschrijvende practica bestaan uit de
volgende hoofdstukken:
Doel van het
onderzoek
(één
regel)
Materiaal en
methode
(vooral
kort)
Resultaten
(tekeningen
+ beschrijving waarnemingen)
Conclusie/discussie
Zie
hiervoor de aanwijzingen bij de opdrachten.
terug
naar inhoud
1.Voortplanting
zaadplanten Bloemknop microscopisch
Voor
dit onderzoek zijn verschillende dwarsdoorsnedes
beschikbaar, van een gehele bloemknop, maar ook van
alleen het vruchtbeginsel of alleen de helmknop.
Informatie:
bloem
en bestuivind
en bevruchting
Dwarsdoorsnede
bloemknop tulp (lelie)
Bekijk
een dwarsdoorsnede van een gehele bloemknop en maak
daarvan een topografische overzichtstekening (alleen de
omtrekken van de weefsels tekenen, niet de afzonderlijke
cellen).
Dwarsdoorsnede
helmknop
Er zijn
preparaten waarin al rijpe stuifmeelkorrels liggen en
preparaten waarin de ontwikkeling van de stuifmeelkorrel
(meiose) te zien is.
Bekijk de preparaten, probeer een goed beeld te krijgen
van de ontwikkeling van de stuifmeelkorrel.
Teken tenminste 3 verschillende stadia van de delende
pollenkorrelmoedercellen.
Dwarsdoorsnede
vruchtbeginsel
Er zijn
preparaten waarin jonge zaadbeginsels zichtbaar zijn en
preparaten met zaadknoppen na de bevruchting, waarin al
embryo's te zien zijn.
Bekijk de preparaten.
Maak een schematische overzichtstekening van het
vruchtbeginsel.
Maak een detailtekening van een zaadknop.
Verwerk
in je verslag:
- de
functies van de waargenomen onderdelen
- de
ontwikkeling van de stuifmeelkorrels
(pollenkorrels)
- de
ontwikkeling van de zaadknop (en de eicel)
- bevruchting
Bouw
zaad
De bouw
van zaden van hogere planten is bij al die planten
ongeveer hetzelfde. De grote zaden van de bruine boon of
de erwt zijn het eenvoudigst te onderzoeken.
De zaden
kunnen het best een nacht in water gezet worden voordat
ze worden bekeken. Ze zijn dan groter geworden doordat ze
water opgenomen hebben.
Buitenkant:
Maak een
nauwkeurige tekening waarop de navel en het poortje te
zien zijn.
Binnenkant:
Verwijder
de zaadhuid.
De twee zaadlobben zijn nu zichtbaar. Op de plaats waar
de zaadlobben aan elkaar vast zitten, zit het
kiempje.
Haal de zaadlobben voorzichtig van elkaar en bestudeer
het kiempje (=embryo) met behulp van een loep.
Maak een
nauwkeurige tekening.
Onderdelen
die ie waar kunt nemen zijn: het worteltje, de eerste
blaadjes (de kiemblaadjes) en het stengeltje (relatief
erg klein).
Verwerk
in je verslag:
- verband
zaadknop/zaad-zaadlob-zaadhuid-kiempje
terug
naar inhoud
2. Voortplanting
zoogdieren - testis
Doorsnede
testis
Informatie:
testis
Bekijk
het preparaat met de zwakste vergroting.
De
testisbuisjes zijn dan al zichtbaar. Doordat de buisjes
sterk gekronkeld zijn, zijn ze niet allemaal precies
dwars doorgesneden.
Maak een
overzichtstekening. Let daarbij op :
- - De
testisbuisjes
- -
bloedvaatjes
- -
bindweefsel
Zoek een
duidelijk testisbuisje, vergroot dit uit en teken details
van het buisje.
Let op de delende cellen (chromosomen zichtbaar).
Kijk of je rijpe zaadcellen ziet liggen. Let op de
interstitieële cellen.
De interstitieële cellen zitten tussen de
testisbuisjes in.
In de cellen vindt zowel meiose als mitose plaats. Wat is
hier het doel van deze delingen?
Doorsnede bijbal
(niet in ieder preparaat)
De
preparaten van de testis bevatten soms ook een klein
stukje van de bijbal. Zoek zo'n preparaat.
Teken
details van een bijbalbuisje.
Noteer de
verschillen tussen de wand van een bijbalbuisje en de
wand van een testisbuisje.
Wat is de
functie van de bijbal?
Zaadcellen
Neem
eenpreparaat van de zaadcellen van een stier.
Bestudeer de bouw van de zaadcel.
Wat zijn
de functies van de onderdelen?
Verwerk
in je verslag
- functies
van de onderdelen
- de
ontwikkeling van de zaadcellen (type delingen, rol
hormonen)
- de
functie van de icellen van Leijdig (nterstitieële
cellen) en de rol van de testis bij het ontstaan van
de secundaire geslachtskenmerken
terug
naar inhoud
3. Voortplanting
zoogdieren - ovarium
Informatie:
ovarium.
en menstruatiecyclus
Bekijk
het preparaat eerst bij een zwakke vergroting.
Maak een overzichtstekening.
Let daarbij op: - primaire follikels
- rijpende
follikels
- opslag
van toekomstige eicellen
- bloedvaten
Op
sommige preparaten zijn ook delen van de eileider te
zien.
Bekijk en
teken details van:
- primaire
follikel met een eicel en de omringende
follikelcellen
(Geef bij de eicel aan wat de kern is en wat de
dooiermassa)
- een
rijpe of een bijna rijpe follikel(Hoe komt het dat
deze vaak geen eicel lijken te bevatten?)
Verwerk
in je verslag:
- functies van de
onderdelen
- de
ontwikkeling van de follikel en het gele lichaam en de
rol van geslachtshormonen daarbij
- de
ontwikkeling van de eicel
- de
functie van de dooiermassa
- de
ovulatie
- de
rol van het ovarium bij het ontstaan van secundaire
geslachtskenmerken
terug
naar inhoud
4. Ontwikkeling
van embryo
Tot en
met het blastula stadium ontwikkelen de eieren van een
zeeëgel zich op dezelfde manier als de eieren van
een zoogdier.
De
preparaten zijn erg kwetsbaar.
Zoek
in een boek afbeeldingen van de ontwikkeling van het
embryo en probeer in het preparaat de volgende stadia
te vinden.
- zygote
- 2-cel
stadium
- 4-cel
stadium
- morula
- blastula
- gastrula.
Maak van
deze stadia een tekening.
Zoek het
verschil op tussen een blastula van een zeeëgel en
een blastocyst bij een mens.
Zie ook
The
visible embryo,
een prachtige site
met afbeeldingen en gegevens over alle stadia van de
embryonale ontwikkeling van de mens.
Verwerk in je
verslag:
- zygote,
2 cel-stadium, 4 cel-stadium,
morula, blastula, gastrula
- verschillen
in ontwikkeling eicel zeeëgel-mens
terug
naar inhoud