[home] [inhoud animaties bovenbouw] [inhoud onderbouw] 

 

gaswisseling plant
Techniek 1.5

huidmondjes 2

 

Het maken van een preparaat van huidmondjes.

 

De huidmondjes zitten in de opperhuid. In de cellen van de opperhuid zitten geen bladgroenkorrels.

Het vliesje dat je van een blad onderzoekt moet dus niet groen zijn.

  • Bij sommige bladeren (bijvoorbeeld iris en ui) kan een blad dubbel gevouwen worden en gebroken, waarna voorzichtig de stukken blad los gescheurd worden.
    De niet groene vliesje op het scheurvlak zijn dun genoeg.
  • In andere gevallen is het beter om een stukje opperhuid met een pincet los te trekken.

  

Het maken van een afdruk van huidmondjes.

 

  • Smeer een dikke laag nagellak op een blad.
  • Laat de nagellak goed drogen.
  • Maak een preparaat van het stukje nagellak.
  • Met deze methode is soms goed te zien of de huidmondjes open of dicht waren.

    Sommige huidmondjes liggen in holtes in de opperhuid. Deze kunnen met de methode niet bekeken worden.

Het tellen van huidmondjes.

 

  • Leg een stukje grafiekpapier onder de microscoop.
  • Gebruik een niet te sterke vergroting (bijvoorbeeld 200x).
  • Bepaal met behulp van de maatverdeling de oppervlakte van het gezichtsveld.
    Dat kan op 2 manieren
    1Het aantal vierkantjes in beeld schatten (in de afbeelding ongeveer 7)
    2.De diameter van het beeld bepalen en de oppervlakte berekenen (¹R2)
    ( In de afbeelding= R ongeveer 1.5 mm, ¹=3.14.De oppervlakte is dus 7.1 mm2)
  • Neem het gemiddelde van tenminste 5 metingen.

Opmerking:

Nauwkeuriger metingen kunnen met de oculairmicrometer uitgevoerd worden. Zie techniek.

Het onderzoek van huidmondjes met een binoculair

 Huidmondjes kunnen met een binoculair direct bekeken worden.

  • Gebruik een vergroting 40x.

Vooral huidmondjes in niet groene delen van bladeren zijn geschikt voor onderzoek. Ze zijn daar makkelijker waar te nemen..