Het papier wordt in een vloeistof gehangen (=
de loopvloeistof). De loopvloeistof wordt
door capillaire werking omhoog getrokken in
het papier (Zie B).
Als
de stoffen in het mengsel in de loopvloeistof
oplossen, zullen ze mee omhoog getrokken
worden. Doordat niet alle stoffen even goed
oplossen ontstaat een vlekkenpatroon. De
stoffen in het mengsel zijn geheel of
gedeeltelijk gescheiden.
De
vlekken kunnen uitgeknipt worden en weer
opgelost en ingedampt. Zo krijgt men de
zuivere bestanddelen van het
mengsel.
Als
men vet'minnende" stoffen (lipofiele stoffen)
van elkaar wil scheiden maakt men gebruik van
alcoholen (bijv.ethanol, methanol, butanol)
aceton, chloroform, petroleumether en
mengsels van deze stoffen.
Als
men water'minnende (=hydrofiele) stoffen wil
scheiden wordt water of een mengsel van water
met een base of zuur gebruikt.
papierchromatografie
van bladgroen(chlorofyl)
Materiaal:
- Enkele
bladeren
- Mortier
met stamper
- Schoon
zilverzand
- aceton
- petroleumether
- loopvloeistof: petroleumether 92% - aceton 8%
- chromatografiepapier
- capillair
- potlood
- Doe alle
handelingen in een brandvrije ruimte .
- Doe
stukjes blad in de mortier.