Assimilatie-dissimilatie
|
Techniek
2.3
|
Meten
van de fotosynthese
methode
1
De fotosynthese kan gemeten worden door de
hoeveelheid opgenomen CO2 of de hoeveelheid
afgegeven O2 te meten. De
eenvoudigste methode is met het waterplantje
Cabomba. De zuurstof komt vrij in de vorm van
belletjes die geteld kunnen
worden.
- Vul
5 reageerbuisjes met water van ongeveer 20
graden.
- Knip
5 zijtakjes van een Cabomba af en doe de
takjes ieder apart met de snijwond boven in
een reageerbuis.
- Zet
de buisjes voor een sterke lamp en zoek een
plantje uit waar ongeveer om de 2 of 3
tellen
een zuurstofbelletje uit komt. De belletjes
moeten even groot zijn en regelmatig
tevoorschijn komen. Als er geen takjes zij
zitten die goed werken, haal dan een klein
stukje van het steeltje af of pak nieuwe
takje totdat je een goede hebt.
- Doe
het goede takje in een wijde reageerbuis met
water waaraan enkel druppels NaHCO3
(natriumwaterstofcarbonaat) is toegevoegd.
Hierdoor komt extra CO2 in het water, of
gebruik Spa waaruit de gasbelletjes verdwenen
zijn (anders verwar je ze met de
zuurstofbelletjes.
- Maak
een proefopstelling zoals hierboven getekend
is. Gebruik een fotosyntheselamp en een grote
bak water als warmtefilter.
- Zorg
ervoor dat tijdens het experiment de
temperatuur constant blijft.
- Gebruik
een lichtmeter.
|
|