[home][inhoud][inhoud bovenbouw][inhoud practicum][links][copyright]

 

Assimilatie-dissimilatie

Techniek 2.6

Meten van de gisting

methode 1 gistingsbuisjes

 

 

Opmerking 1
Niet alle gevormde koolstofdioxide wordt in de opstaande arm verzameld maar een gedeelte verdwijnt via de vulopening, vooral aan het eind van de proef.

Deze is daarom methode alleen geschikt om de relatieve snelheid van de gisting onder verschillende omstandigheden te bepalen. De werkelijk gevormde hoeveelheid CO2 wordt niet gemeten.

Opmerking 2

Gistcellen zijn eencellige schimmels. Gist is geen stof !! Het zijn miljarden levende wezentjes.

Gistcellen kunnen dan ook niet in water oplossen. Een oplossing is een mengsel van bijvoorbeeld water- en suikermoleculen die doorelkaar heen bewegen.

Gistcellen zijn veel groter dan moleculen. Als je ze mengt met water zakken ze op den duur weer naar de bodem omdat ze niet kunnen zwemmen.

Een mengsel van grote deeltjes met water noemt men een suspensie.

Opmerking 3

Gistingsbuisjes zijn duur (20 gulden per stuk) . Maak ze niet heter dan ongeveer 80 graden.

Alleen verwarmen in een waterbad en nooit direct boven een vlam.

  • Gebruik mengsels die bestaan uit water : gist : suiker = 10 : 1 : 1.
  • Schud de gistsuspensie goed voor gebruik. Zodra je de suiker toevoegt begint de gisting !!
  • Gebruik een speciale maatcilinder van 10 ml om de gistingsbuisjes te vullen.
  • Houdt het gistingsbuisje schuin zodat de arm volloopt. Er mag geen lucht bel in blijven.
  • Zet de proefopstelling eventueel in een waterbad!!
  • Bevestig dan een stuk slang aan de vulopening zodat er geen water in het gistingsbuisje kan lopen.
  •